De Trikaya-doctrine van het Mahayana-boeddhisme vertelt ons dat een Boeddha zich op drie verschillende manieren manifesteert. Hierdoor kan een Boeddha tegelijkertijd één zijn met het absolute, terwijl hij in de relatieve wereld verschijnt ten behoeve van lijdende wezens. Inzicht in de Trikaya kan veel verwarring over de aard van een Boeddha wegnemen.
In deze zin raakt "absoluut" en "relatief" de Twee Waarheden doctrine van Mahayana, en voordat we ons op Trikaya storten, kan een kort overzicht van de Twee Waarheden nuttig zijn. Deze doctrine vertelt ons dat het bestaan zowel absoluut als relatief kan worden opgevat.
Normaal zien we de wereld als een plek vol onderscheidende dingen en wezens. Fenomenen bestaan echter alleen op een relatieve manier en nemen identiteit alleen aan als ze betrekking hebben op andere fenomenen. In absolute zin zijn er geen onderscheidende fenomenen. Zie "De twee waarheden: wat is realiteit?" voor een meer gedetailleerde uitleg.
Nu op naar Trikaya. De drie lichamen worden dharmakaya, sambhogakaya en nirmanakaya genoemd. Dit zijn woorden die je in het Mahayana-boeddhisme veel zult tegenkomen.
Dharmakaya
Dharmakaya betekent 'waarheidslichaam'. De dharmakaya is het absolute; de eenheid van alle dingen en wezens, alle verschijnselen niet gemanifesteerd. De dharmakaya gaat voorbij bestaan of niet-bestaan, en voorbij concepten. De late Chogyam Trungpa noemde de dharmakaya 'de basis van de oorspronkelijke ongeborenheid'.
De dharmakaya is geen speciale plek waar alleen Boeddha's naartoe gaan. Dharmakaya wordt soms geïdentificeerd met de Boeddha-natuur, die in het Mahayana-boeddhisme de fundamentele aard van alle wezens is. In de Dharmakaya zijn er geen onderscheid tussen Boeddha's en alle anderen.
De dharmakaya is synoniem met perfecte verlichting, voorbij alle perceptuele vormen. Als zodanig is het ook soms synoniem met sunyata of 'leegte'.
sambhogakaya
Sambhogakaya betekent "gelukzaligheid" of "beloningslichaam". Het "gelukzalige lichaam" is het lichaam dat de gelukzaligheid van verlichting voelt. Het is ook een Boeddha als een voorwerp van toewijding. Een sambhogakaya Boeddha is verlicht en gezuiverd van onzuiverheden, maar hij blijft toch onderscheidend.
Dit lichaam wordt op veel verschillende manieren uitgelegd. Soms is het een soort interface tussen de dharmakaya en nirmanakaya lichamen. Wanneer een Boeddha zich manifesteert als een hemels wezen, onderscheidend maar niet 'vlees en bloed', is dit het sambhogakaya-lichaam. De Boeddha's die regeren over zuivere landen zijn sambhogakaya-Boeddha's.
Soms wordt het sambhokaya-lichaam gezien als een beloning voor verzamelde goede verdiensten. Er wordt gezegd dat slechts één op het laatste stadium van het bodhisattva-pad een sambhogakaya-Boeddha kan waarnemen.
nirmanakaya
Nirmanakaya betekent 'emanatie-lichaam'. Dit is het fysieke lichaam dat wordt geboren, over de aarde loopt en sterft. Een voorbeeld is de historische Boeddha, Siddhartha Gautama, die werd geboren en stierf. Deze Boeddha heeft echter ook sambhogakaya en dharmakaya vormen.
Het is wel verstaan dat de Boeddha primair verlicht is in de dharmakaya, maar hij manifesteert zich in verschillende nirmanakaya-vormen Niet noodzakelijkerwijs als een ‘Boeddha om de weg naar verlichting te onderwijzen.
Soms wordt van Boeddha's en bodhisattva's gezegd dat ze de vorm aannemen van gewone wezens, zodat ze anderen kunnen helpen. Soms, als we dit zeggen, bedoelen we niet dat een bovennatuurlijk wezen zichzelf tijdelijk vermomt als een gewoon wezen, maar eerder dat ieder van ons fysieke of nirmanakaya-emanaties van een Boeddha kan zijn.
Samen worden de drie lichamen soms vergeleken met weer dharmakaya is de atmosfeer, sambhogakaya is een wolk, nirmanakaya is regen. Maar er zijn veel manieren om Trikaya te begrijpen.
Ontwikkeling van de Trikaya
Het vroege boeddhisme worstelde met het begrijpen van de Boeddha. Hij was geen god hij had het gezegd maar hij leek ook niet alleen maar een gewoon mens te zijn. Vroege boeddhisten dachten dat toen de Boeddha verlichting realiseerde, hij werd getransformeerd in iets anders dan een mens. Maar hij leefde en stierf ook als ieder ander mens.
In het Mahayana-boeddhisme maakt de leer van Trikaya duidelijk dat in de dharmakaya alle wezens Boeddha zijn. In de vorm van sambhogakaya is een Boeddha goddelijk maar geen god. Maar in de meeste scholen van Mahayana wordt gezegd dat het nirmanakaya-lichaam van zelfs een Boeddha onderworpen is aan oorzaak en gevolg; ziekte, ouderdom en dood. Hoewel sommige Mahayana-boeddhisten lijken te denken dat het nirmanakaya-lichaam van een Boeddha unieke vaardigheden en eigenschappen heeft, ontkennen anderen dit.
De leer van Trikaya lijkt zich oorspronkelijk te hebben ontwikkeld in de Sarvastivada-school, een vroege boeddhistische school die dichter bij Theravada staat dan Mahayana. Maar de leer werd aangenomen en ontwikkeld in Mahayana, deels om de voortdurende betrokkenheid van Boeddha in de wereld te verklaren.